The panel painting ‘The Virgin and Child with St John the Baptist by Van Dyck’ was mentioned in a statement of Wouter Dieltens.
Place and date
Antwerp, 20-12-1688
Archival reference
Felixarchief / Antwerp City Archives, N # 3660, 20-12-1688
Transcription
Felixarchief / Antwerp City Archives, Notaris Cornelis van den Broeck (1687-1693), N # 3660, 20-12-1688
Images: © FelixArchief, Stadsarchief Antwerpen
Transcribed by Ingrid Moortgat
Published by:
Panel Painting mentioned in:
How to cite: Moortgat, Ingrid. “‘Virgin and Child with St John’ in a statement of Wouter Dieltens.” In Jordaens Van Dyck Panel Paintings Project. Edited by Joost Vander Auwera and Justin Davies.
jordaensvandyck.org/archive/virgin-and-child-with-st-john-in-a-statement-of-wouter-dieltens/ (accessed 5 November 2024)
Anno xvic achtenachtentich
op den 20 decembris
Compareerde etc S[eigneu]r Wouter Dieltkens, coopman
alhier, mij not[ari]s bekent, ende verclaerde vercocht te hebben,
gelijck hij doet midts desen, aen d’h[ee]r Jean Carlo De Witte,
ten desen mede comparerende ende t selve alsoo accepteerende,
eene schilderije wesende pineel verbeldende een Marie-
belt met een kindeken ende St Jan geschildert van
Van Dijck, aen den voornoemden d’h[ee]r tweede compa-
rant voor sulcx wel ende volcomentlijck bekent ende
dat voor ende omme de somme van achthienhondert
ende negentich gul[den]s eens. Welcke schilderije den
voorseiden d’h[ee]r tweede comparant beneffens de voldoe-
ninghe der voorseiden coopsomme sal moeten aenveerden
ende naer hem nemen tusschen heden ende een
naestcomende jaer ende sal diensvolgens tselve voor
sijne rek[ening]e ende tsijnder dispositie soo langhe onder den
iersten comparant blijven berusten. Stellender daeren-
tusschen den voornoemden d’h[ee]r tweeden comparant
tot versekeringhe van den voorseiden coopsomme als nu
aen den tweeden comparant in handen een stuck
schilderije verbeldende de crooningh van Mars
door de Fame, daeraff de figuren gheschildert sijn
van Rubbens ende de harnassen van De Vos ende
waeroppe den iersten comparant alsnu in ghereeden
ende contanten gelde aen den d’h[ee]r tweeden comp[aran]t
alnoch ghetelt heeft de somme van tweehondert
tweentsestich gul[den]s ende thien stuij[ver]s, gelijck hij
deselve oock alsoo bekent ontfangen te hebben ende
ende [sic] die beneffens de voldoenininghe [sic] der voorseiden
coopsomme gesamentlijck gheloft te restitueren
binnen het ghemelt naestcomende jaer, met ex-
presse conditie dat bij sooverre den h[ee]r tweede
comparant eerder het voorseide stuck schilderije quame
te haelen ende naer hem te nemen, dat hij in dien
ghevalle <soo, superscript> aen de voorseide coopsomme van achthien-
Statement of Wouter Diltens on the 20th of December 1688 about a painting, a panel depicting Mary with a little child and St John by Van Dyck, that he sold for 1890 guilders to Jean Carlo De Witte. De Witte would have to pay and call for the painting within the period of one year. Until then Diltens will hold on to the painting. De Witte gives in pledge a painting the coronation of Mars by Fame, with the figures painted by Rubbens and the suits of armour by De Vos. The contract is made by the notary Cornelis van den Broeck.
hondert ende negentich gul[den]s als aen de voorseijde als
nu ontfangene tweehondert tweeentsestich gul[den]s
ende thien stuij[ver]s sal mogen defalcqueren ende afftrecken
naer rate van tijde den intereste a raison van vijff
per cento des jaers. Ende ofte den h[ee]r tweede
comparant [bleve, doorstreept] in gebreke bleve van het voorseide
stuck schilderije binnen <den, superscript> voorgeroerden besprokenen
tijde van een jaere te comen haelen ende naer
hem te nemen, soo sal den iersten comparant
alsdan tselve alsmede tgene van Rubbens ende
De Vos aen hem als voren tot versekeringhe ter handt
gestelt [in de marge: als sijne eygene ende sonder aensiene van imanden] naer voorgaende wettige
insinuatie van
acht daegen tevorens, sonder eenighe anderenrechs-
voorderinghe te moeten doen, publicquelijck ter
vrijdachsche merckt lhier mogen doen vercoopen.
Ende ofte deselve beijde niet en quamen te gelden
ofte uijt te brengen de bovenschreven twee respective
sommen van achthienhondert negentich ende twee
hondert tweentsestich gul[den]s ende thien stuij[ver]s soo
sal d’h[ee]r tweeden comparant de courtresse met de
oncosten aen den [twee, doorstreept] iersten comparant promp-
telijck moeten opleggen ende voldoen. Ende in cas
meerdere weerde ofte overschot tselve sal aen
d’h[ee]r tweeden comp[aran]t oock worden gerestitueert
unde obligarunt partes sine jude se et sua informa.
Aldus gedaen ende gepasseert binen de voorseide stadt
van Antwerpen ter presentie van Joannes De heere
ende Jan Jansens als getuijgen hiertoe gere-
quireert.
Wouter Diltens
Jan Carel de Witte
C. Vanden Broeck, not[ariu]s
20 decembris
A: 1688
Statement of Wouter Diltens on the 20th of December 1688 about a painting, a panel depicting Mary with a little child and St John by Van Dyck, that he sold for 1890 guilders to Jean Carlo De Witte. De Witte would have to pay and call for the painting within the period of one year. Until then Diltens will hold on to the painting. De Witte gives in pledge a painting the coronation of Mars by Fame, with the figures painted by Rubbens and the suits of armour by De Vos. The contract is made by the notary Cornelis van den Broeck.